Over vertaalschetsen

Het literaire Denemarken werd rond 1870 bruusk uit zijn romantische harmoniedroom gewekt door de jonge literatuurcriticus Georg Brandes die in het bruisende Parijs en Berlijn ogen en oren de kost had gegeven en vol moderne ideeën naar Denemarken terugkeerde. Weg met die moralistische gezapigheid en vastgeroest conservatisme: engagement, dat was wat de insteek van moderne literatuur diende te zijn, ‘at sætte problemerne under debat’, oftewel literatuur moest maatschappelijke actuele problemen, misstanden en taboes als thema hebben en ter discussie stellen. Met diverse publicaties en voordrachten trok Brandes als instigator van de nieuwe literaire stroming det moderne gennembrud (de moderne doorbraak) een hele schare geëngageerde auteurs aan die, geïnspireerd door schrijvers als de Franse Zola en Flaubert, een waarheidsgetrouwe weergave van de realiteit, hoe rauw ook, in hun werk nastreefden.

Maatschappelijke problemen waren er ten overvloede in de Deense conservatieve, patriarchale samenleving rond het midden van de 19e eeuw. Alleen al de rol van de vrouw kon voer voor de nodige discussie en debat zijn. Je zou verwachten dat veel vrouwelijke auteurs hun kans schoon zagen om de pen op te pakken om de scheve verhoudingen tussen mannen en vrouwen aan de kaak te stellen. Blijkens overgeleverde correspondentie en andere getuigenissen waren er diverse vrouwen onder de ‘adepten’ rond Brandes, maar….welke betekenis en waardering had hun oeuvre? Brandes ruimt in geen van zijn talrijke monografieën en overzichtswerken een plaats in voor contemporaine vrouwelijke auteurs. Terwijl een speurtocht op internet al snel legio werk naar boven haalt van vrouwelijke schrijfsters in de kring rond Brandes zoals Olivia Levison, Vilhemine Zahle, Erna Juel-Hansen, Amalie Skram en vele anderen. Stuk voor stuk vrouwen die iets te melden hadden en het absoluut niet verdienden door Brandes aan de kant geschoven te worden ten faveure van hun mannelijke collega’s omdat ze, zoals hij dat uitdrukte, weliswaar goede ideeën hadden maar gewoon geen talent bezaten. Het was, aldus Brandes, geen Kunst met een grote K die zij voortbrachten. Is dat het stigma dat ook in de huidige tijd nog aan veel werk van vrouwelijke auteurs kleeft? Dat vrouwen niet meer dan vrouwenromannetjes, ‘damesliteratuur’ scheppen? Ook in de Deense literaire canon die nu voor middelbare scholen wordt gehanteerd, zijn voor de tweede helft van de19e eeuw geen vrouwelijke schrijvers opgenomen.

Hoog tijd om, zonder enige wetenschappelijke, literaire of artistieke pretentie, deze vrouwen uit de vergetelheid te halen zodat de lezer zelf een oordeel kan vellen. In variatie op een aloude zegswijze dat een mens tweemaal sterft: de eerste keer als het hart ophoudt te kloppen en de tweede keer als zijn naam niet meer wordt genoemd, zou ik dit voor schrijvers willen ombuigen naar een tweede keer sterven als het werk niet meer wordt gelezen.

In deze weblog besteed ik dan ook aandacht aan Deense vrouwen die in de periode van 1850 tot ruwweg 1930 hebben gepubliceerd, dus ook uit de periode voor en na det moderne gennembrud. Dit doe ik, in willekeurige volgorde, in de vorm van schrijversportretten, (fragment)vertalingen, boekbesprekingen en aanverwante onderwerpen. De afbeeldingen van de schrijfsters zijn voor een groot deel schetsen die ik zelf op basis van origineel beeldmateriaal heb vervaardigd met grafiet, krijt en houtskool.