Verwrongen levens – de maatschappelijke dood van “anders-zijn”

Het werk van Vilhelmine Zahle (1868-1940), lerares en schrijfster, werd bij leven opgemerkt door pers en publiek, daarna al snel vergeten maar tijdens de tweede feministische golf in de tweede helft van de twintigste eeuw herontdekt, afgestoft en opnieuw uitgegeven.1 En toch was het maar een uiterst bescheiden oeuvre dat ze naliet: een handvol gedichten, een enkel journalistiek stukje en een novellenbundel met welgeteld twee novellen (I Sommerferien en Også en Kærlighedshistorie). Maar tegen die geringe kwantiteit weegt de inhoud, de thematiek die Zahle in deze novellen op papier zette, absoluut op. Zahle durfde het aan om één van de grote omsluierde, maar broeiende en gistende taboes van de “gemaskerde negentiende eeuw”2 op te pakken: ontluikende seksuele gevoelens bij jonge vrouwen voordat ze in het huwelijk treden. Voor de toenmalige tijdgeest een zonder meer ongepaste en verwerpelijke insteek.

Lees verder

Dolende baarmoeders en dolhuyzen

Hysterie en zenuwzwakte

‘Haar geestesziekte manifesteert zich in het vrijwel volledige onvermogen om haar gevoelsleven te beheersen. Ze gaat soms als een ware furie tekeer,’ laat Amalie Skram Professor Hieronimus in de gelijknamige, op autobiografische gebeurtenissen gebaseerde roman uit 1895 zeggen over de gemoedstoestand van de hoofdpersonage Else Kant. ‘Hysterisch’ noemt hij haar met haar opstandige woede. ‘Uw vrouw is knettergek,’ krijgt Elses echtgenoot op een gegeven moment zelfs als diagnose te horen omdat Else weigert zich ‘met dankbaarheid in haar hart’ neer te leggen bij een rigide behandelregime van opsluiting op een afdeling in het gemeenteziekenhuis te midden van ‘een heleboel hysterische vrouwen’ waar sedatie met verslavende middelen als chloral en morfine een van de behandelpijlers was om de patiënten rustig te krijgen. Het onderscheid tussen hysterie en krankzinnigheid was kennelijk zeer arbitrair.

Lees verder

Een passiebloem tussen de kool

1850. De nagalm van Gyllembourgs pretentieloze alledaagse verhalen hing nog in de lucht. Resignatie en tevreden, vreedzaam huiselijk geluk waren het credo.
Tot plotseling december 1850 een heel ander, tot dan toe ongekend geluid de gemoederen danig in beroering bracht: de anonieme publicatie van een briefroman vol Jeanne d’Arc-achtige strijdbaarheid onder de titel Clara Raphael, Tolv Breve (Clara Raphael, twaalf brieven).

Lees verder

De ‘handschoenmoraal’

Vlakbij de dierentuin in Kopenhagen ligt de Amalie Skrams Allé, een fraaie laan met veel groen en vrijstaande huizen. Het doorsnee naambordje verwijst naar een allesbehalve doorsnee vrouw: de Noorse schrijfster Amalie Skram. En zo geplaveid als deze laan was haar leven bepaald niet.

Lees verder

Het patriarchaat op de helling

In heel Europa was de 19e eeuw er een van grote tegenstellingen en ingrijpende veranderingen op meerdere fronten. Darwins evolutietheorie wierp de nodige vraagtekens op over Gods sturende kracht in de wereldorde, de opkomende industrialisatie veranderde de invulling van werk en de behoefte aan arbeidskrachten, politieke en sociale verschuivingen wonnen aan kracht, medische vooruitgang (zoals de ontdekking van de vrouwelijke eicel) deed de rol van de man als schepper wankelen etc. Al met al een roerige tijd waarin bij stukjes en beetjes de absolute autoriteit van de man werd ondergraven.

Lees verder