Zomer. Een periode van het jaar die voor velen in het teken staat van reizen, even weg van de hectiek of sleur van alledag. Van grand tour tot weekenduitstapje verruimt die andere wereld je blik als je ervoor openstaat.
Dat was voor negentiende Deense schrijfsters vast niet anders, maar er is weinig van vastgelegd. Een Deense Mary Wollstonecraft heb ik niet kunnen ontdekken. Wel heeft Olivia Levison een paar reisimpressies over Praag, Wenen en Tirol geschreven voor het tijdschrift Nutiden onder het pseudoniem Silvia Bennet. Die reisbeschrijvingen dateren vrijwel zonder uitzondering uit 1880.
Levison laat zich in deze reisverhalen van een verrassend nieuwe kant zien. Normaliter zo zwaar op de hand is hier een erudiete, nieuwsgierig observerende schrijfster met een vlotte, schilderende pen aan het woord. ‘Op reis ben ik een ander mens,’ schreef ze met het nodige zelfinzicht aan Erik Skram.
Het onderstaande fragment is afkomstig uit het reisverslag Herinneringen aan Praag. Hierin begeeft ze zich, ongetwijfeld met een exemplaar van de befaamde Baedeker reisgids in de hand, naar Josefstadt (Josefov), de Joodse wijk in Praag. Wat ze daar zag zal haar met haar Joodse wortels diep geraakt hebben.
Het was het Praag van 1880, nog voordat de toenmalige Joodse wijk op de schop ging en ingrijpend werd gesaneerd. Rijke historie en grauwe menselijke ellende gingen er zij aan zij.
Op reis ben je een ander mens
Beantwoorden